– Update: 17 februari 2022 –
Nou heb ik zelf een behoorlijke collectie gitaarmuziek, en beschouw ik mezelf als een bovengemiddelde gitaarliefhebber. En toch was het openingsconcert van Amsterdam Electric een feest van nieuwe ontdekkingen voor mij, en een bevestiging dat er toch wel heel veel Onbekende Gitaarhelden los rondlopen.
Een Andy Summers en een Andrian Belew: kijk, die zijn dan best wel beroemd te noemen, maar ik stel me zo voor dat die volledig onherkenbaar door de menigte over het Leidseplein lopen – niet herkend, anoniem, bijna miskend eigenlijk. Jimi Hendrix zou dat toch anders vergaan zijn, denk ik.
Laten we beginnen met Andy Summers, de gitarist van The Police, die legendarische band. Toen al muziek voor muzikanten, later werd dat nog extremer, toen Sting met super-grootheden ging werken als Vinnie Colaiuta en Manu Katché. Nu is Andy totaal onherkenbaar, als een ouwe vent in een geruite bloes. Het is aangenaam en verdienstelijk wat hij neerzet, als duo met de klassieke gitarist Ben Verdery – die overigens verrassend geinig met de sampler om kan gaan. Ze speelden (voor mij onherkenbaar) een liedje van The Police. Smaakvol, maar met weinig vuurwerk, een beetje saai zelfs, of misschien ben ik een verwende ouwe zeikerd.
Echte onbekende gitaarhelden
Daarna meteen door naar wat voor mij de grote ontdekking van het Amsterdam Electric festival bleek: Debashish Bhattacharya. Onthou die naam! En oefen alvast een beetje om die naam soepeltjes en snel uit te spreken, zoals de presentatoren Co de Kloet en Leo Blokhuis ook blijkbaar gedaan hadden. Indiase raga-muziek op een zelf ontworpen akoestische Indiase slide guitar. Fenomenaal en virtuoos. In combinatie met zijn geniale broer op de tabla’s was dit voor mij een hoogtepunt. Wat muzikaal allemaal, dat samenspel, dat vraag-en-antwoord tussen tabla’s en gitaar, die mooie melodielijnen, dat prachtige geluid, dat ontspannen maar intense gesoleer, die exotische buiginkjes en toonladders. Improvisatie en compositie lopen zo ongelofelijk soepeltjes voortdurend in elkaar over. In het vakje onbekende gitaarhelden, maar dit gaat wel wat worden.
Op het podium ernaast stond toen al een kwartet met New Yorkse avant garde gitaristen klaar: aan mij niet zo besteed, een soort van soundscapes die je in je eentje met een live sampler ook al vrij makkelijk kan maken – maar goed, dit hoort er natuurlijk ook bij. In ieder geval ook totaal onbekend, in mijn rock-oortjes dan.
Maar niet alleen maar onbekende gitaarhelden
Omdat er drie podia in de zaal zijn, kunnen we gelukkig altijd snel door naar de volgende acts. De zaal ziet er overigens super uit: de projecties op de gigantische plectrums zijn prachtig en refereren naar de jaren 70, misschien wel de hoogtijdagen van de gitaar. Heerlijk om zo snel door te kunnen gaan naar de volgende verrassing: Eef Albers. Onder gitaristen en liefhebbers natuurlijk een absolute topper, maar verder heeft niemand ooit van hem gehoord, come on! Maar wat een topgitarist, hij staat heerlijk de rock-god uit te hangen. Wat raar toch dat zo iemand oud en grijs wordt zonder ooit een minute of fame gehad te hebben. Ik moet bekennen dat ik geen enkele plaat van hem heb. Hij heeft er ook maar vier gemaakt, inmiddels heb ik er een paar, hij staat nu op. Geinig hoe hij begon als virtuoze maar wel erg gelikte jazz-gitarist die bekende popliedjes coverde, naar een stevig rockende componist van eigen werk twintig jaar later. Eef Albers dus, onze gitaargod, een van onze onbekende gitaarhelden, maar waar gelukkig wel iedere conservatorium-gitarist les van heeft gehad. Dat dan weer wel.
En dan Sjako!, Wouter Planteijdt met Tres Manos in één band. De Urban Dance Squad, wereldberoemd buiten Nederland. Sjako! is een wereldband, voornamelijk live dan, want met de platen is het nooit zo gelukt helaas. Hoe kan dat toch. Hele goede songs en teksten, uitstekende zanger, fantastisch gitaarwerk, live spetterend, topband erachter. Maar ja, voor het grote publiek onbekend.
Vervolgens mocht de bas-ontdekking Tim Lefebvre even los, solo. Gaat volledig zijn eigen weg, breekt zich helemaal los van alle bas-conventies. Alsof er nooit een Jaco, Marcus of wat dan ook geweest is. Hij richt zich liever op een soort Dance-achtige dub of zo. Wel erg goed. Verder speelt hij de hele avond lekker met iedereen mee, alhoewel zijn spel daar dan vaak een tikje anoniem is. Je kan ook niet alles hebben.
Marcel Singor en Robin Berlijn, waar kennen we die ook maar weer van? Robin Berlijn, die tegenwoordig bij Kane speelt, ging weer heerlijk tekeer op zijn Telecaster. Marcel Singor is jong, maar onder gitaristen al zeer bekend. Ik kwam er later achter dat hij Maxville is, die waanzinnig goede onbekende band die ook al nooit is doorgebroken. Ook al weer een van die Onbekende Gitaarhelden dus. Wat mij betreft is hij een beetje een Nederlandse Joe Bonamassa, heel bluesy en tegelijkertijd heel strak virtuoos, een beetje Hogeschool. Conservatorium-docent, dat idee. Dat schijnt hij dan ook te zijn…
Tja, wat kwam daarna ook alweer, er is zoveel langsgekomen. Tijdens het schrijven van dit stukje was ik zijn naam kwijt: de Limburgse metal virtuoos, niet Joost Vergoossen (waar was die eigenlijk?), maar Joop Wolters. Het zegt alweer genoeg dat ik hem ook al niet kende. Het zal wel aan mij liggen. Wel heerlijk om weer ff een Ibanez te horen, natuurlijk altijd met Vai en Satriani in je gedachten, dat hoor je meteen, maar dat mag ook wel: wat een invloed hebben die gasten op de gitaar-geschiedenis gehad!
Verder terug in de geschiedenis blijkt de oorspong van de blues in Mali te liggen. Dus we gaan naar Mali met prachtige akoestische woestijnjazz. De naam ben ik kwijt, ik kan ff gaan Googlen maar ik bedoel maar… ik ken alleen Tinariwen in dat genre, maar dit was van datzelfde topnivo. Zoumark Express heten ze, nu weet ik het weer. Zo onbekend dat het niet eens op Spotify staat.
Even tussendoor een wereldpremière van een artistieke compositie met 5 trompetten, 5 saxen en 5 gitaristen. Ik ben ff een biertje gaan halen…
Op het linkerpodium weer een absoluut hoogtepunt: Jesse van Ruller, dat is dan eindelijk echt een wereldberoemde superster-slash-gitaargod. In het kleine subgenre instrumentale jazz dan. Maar mijn god wat maakt hij dat waar! Adembenemend, zo muzikaal, zo makkelijk allemaal, zo waanzinnig interessant. Dit kan zo de plaat op. Ik vond dit nog beter dan de platen die ik van hem heb. Debashish Bhattacharya luistert natuurlijk mee en die valt geheid steil achterover, misschien voor het eerst vanavond. Later hoorde ik dat Debashish Bhattacharya vooral onder de indruk was geweest van Joop Wolters. Hopelijk leidt dat tot een Limburgs-Indiase virtuoze metal-slide samenwerking!
Ja, en dan mag Onze Beste Gitarist Ter Wereld nog even bewijzen dat hij nog meedoet, en hoe! Jan Akkerman, die kan er wat van. Gewoon lekker akoestisch. Even niet electrisch. Tuurlijk, als je zo kan spelen, wat maakt het dan uit.
Meteen door naar de volgende verrassing: een compleet gospelkoor begeleid door metal-legende Uli Roth van de Scorpions. Daarna onze eigen (nou ja half-Belgische) legendarische Wild Romance met Danny Lademacher, die toch de beste liedjes zoals Saturday Night voor Herman Brood schreef.
Eindelijk dan toch wereldberoemde namen, die hun faam en erkenning hebben mogen ontvangen. En dan staat Adrian Belew, je oude superheld, ook nog eens vlak voor je neus! Wat vond ik die platen van King Crimson, waar hij op meespeelde indrukwekkend, vroeger, en nog steeds. Dit is wat mij betreft Kunst met een grote K, een tovenaar, meer dan een artiest. Geweldig. Wat een fantastische uitsmijter en afsluiter.
Okee, als alles geweest is dan hoort het natuurlijk toch nog even volledig te verzanden in een oeverloze jampartij onder leiding van Uli Roth. Het is de Goden vergeven.
Dit stuk was geschreven voor Gitaarnet.nl