Muziek luisteren: Toen, nu en straks

muziek luisteren in de toekomst

– Update: 21 september 2024 –

In den beginne was er alleen live muziek bij de Home Sapiens: namelijk zang. Zo’n 200.000 jaar geleden kwam daar pas voor het eerst ook getrommel bij. En pas 100.000 jaar later kwamen daar ook nog meertonige fluiten bij. Luisteraars waren er altijd al. Hier een nostalgisch verhaaltje over verleden en toekomst van Het Muziek Luisteren.

Schreeuwen, lawaai maken, slaan met botten en stokken. Op holle dingen klinkt dat harder. Fluiten kon je maken van botten, schelpen, uitgeholde takjes, gras, of gewoon op je handen. Sla een ritme met stokken. Fluit er overheen. Verdrijf wilde dieren. Vier feest door te gillen en te schreeuwen. Dat werd zingen. Dans erbij. Bezweer zo de geesten. Zo is het waarschijnlijk allemaal begonnen.

Vanaf de eerste noten waren er luisteraars. Aanmoedigingen. Een eerste applaus. Omdat je iets ongehoords hoort. Verbaasd, verwonderd.

En er was altijd iemand die dieren kon nadoen. Improviseren, met verschillende tonen. Wonderlijke muziek, men raakte ervan in vervoering. Uitzonderlijk muzikale talenten zijn er altijd geweest. Men ging meezingen met deze tovenaars. Meedansen. Meetrommelen.

Muziekinstrumenten werden verfijnder, maar dat duurde een eeuwigheid. Letterlijk. Dat heeft bijna 200.000 jaar geduurd. De allereerste snaarinstrumenten en xylofoons zijn nog maar  4.000 jaar oud. Die zijn er dus nog maar net. Plotseling waren ze er. Met deze instrumenten kwam ook de eerste muzieknotatie. Zodat je een melodie kon opschrijven, om ‘m zelf te onthouden, of aan iemand te geven. Dat waren de eerste muziekdragers.

Het eerste notenschrift

Wonderbaarlijk hoe deze muzieknotatie razendsnel – in maar duizend jaar – evolueerde, tot de ongelofelijk complexe muziekstukken van de 18e eeuw in Europa. De op eenzame hoogte en unieke muziekcultuur, met onder andere Bach, Mozart en Beethoven. Een absurd en ongrijpbaar hoog niveau van muzieknotatie, wat daarna nooit meer werd geëvenaard.

Het luisteren naar muziek op zichzelf werd ook een nieuw fenomeen. Je kon er gewoon bij gaan zitten, en de verwondering, emotie en spirituele ervaring kwam vanzelf. Tweeduizend jaar religie heeft daar ook aan meegeholpen: in de akoestiek van kerken werkte de muziek nog sterker en indrukwekkender, versterkt door allerlei religieuze ceremonies en rituelen.

Muziek opnemen en verhandelen: een revolutie

Tot dan toe was er alleen live muziek, met steeds meer waarderende luisteraars. Vanaf 1750 ontstond er voor het eerst ook echte muziekhandel: namelijk in bladmuziek. Dat waren de allereerste hits! Zo werd het mogelijk om die fantastische muziek nogmaals te horen – zelfs in je eigen huis, als je het zelf kon spelen.

Maar echt opnemen kon pas vanaf 1877, met de Phonograaf van Edison. De hoorn liet een naald bewegen, door de geluidstrillingen. Die trillingen werden in een draaiende wasrol gegroefd. In de hard geworden was plaatste je de naald dan weer terug, en als je de rol weer ronddraaide kwam dezelfde trilling uit de hoorn: muziek!

Edison wax cylinder recorder. Fotocredit: Wellcome Images

De wasrol werd een platte plaat. Van die plaat werd een mal ofwel matrijs gemaakt, waarmee je meerdere kopietjes kon persen. Vanaf 1950 werden er ook daadwerkelijk overal 78-toeren-platen verkocht. Die platen waren eerst van breekbaar bakeliet, later van onbreekbaar vinyl.

78 Toeren platen konden breken, en die kon je lijmen
78 Toeren platen van bakeliet konden breken, maar die kon je dan ook gewoon lijmen.

LP’s kregen pas vanaf 1960 de bekende 33 toeren, met twee kanten, met in totaal 45 minuten muziek. Kleine singeltjes werden 45 toeren, want zo’n kleine cirkel moet sneller draaien, om dezelfde kwaliteit te geven. De beste kwaliteit was de maxi-single: 45 toeren op het grote 12 inch LP-formaat.

Vinyl is sindsdien nooit meer weggeweest. Vanaf 1940 was er pas magnetische tape. Vanaf dat moment werden alle originele opnames in de studio op analoge tape opgenomen:

Maar de muziekdrager ontwikkelde zich steeds verder, vanaf 1970. En vanaf 1980 werd het ook nog eens allemaal digitaal.

Vanaf de jaren vijftig tot begin jaren zeventig lagen er LP’s in muziekwinkels. Een plaat kostte zo’n 21 gulden, eind jaren zeventig. Tien jaar later kwamen er ook fonotheken bij: dat waren bibliotheken met platen die je kon huren. Voor die tijd leenden we elkaars platen. We namen dat op op muziekcassettes, oftewel Compact Cassettes, een uitvinding van het Nederlandse Philips, uit 1965. Een C90 Chroom-cassette kostte iets van 7 gulden, en op elke kant kon er een hele plaat op. De geluidskwaliteit was goed, zolang je de koppen af en toe schoonmaakte en die afstelde met de bias. Er was Dolby B en later ook  Dolby C als ruisonderdrukkers. Weer een paar jaar later kwam er Metal-tape, dat klonk nog weer beter dan Chroom, wat op zijn beurt veel beter klonk dan de eerste Ferro-bandjes.

De muziekcassette ofwel Compact Cassette, een uitvinding van het Nederlandse Philips

De vinyl singeltjes waren 5 gulden per stuk en dat was in verhouding duurder dan elpee’s  van 21 gulden  – maar die hitjes kon je ook van de radio opnemen. Je hield dan de lijst van de Top 40 paraat, en dan wist je precies wanneer je favoriete nummer op de radio kwam. Dan stond je klaar met je cassetterecorder. Radio klonk uitstekend, omdat ze in de studio top-apparatuur gebruikten. Beter dan je eigen pickupje thuis. Ik gebruikte de pick-up van mijn vader, en nam de lp’s op mijn eigen cassettes op. In die tijd als scholier had ik een oud versterkertje met speakers, een Lenco hoofdtelefoon en mijn kostbaarste bezit was een nieuw AKAI cassette-deck van 300 gulden. Jaren voor gespaard en gewerkt:

Vanaf 1980 had je ook hele kleine cassettespelers: de Walkman van Sony, later ook van andere merken zoals Aiwa. Voorbespeelde cassettes werden toen zelfs meer verkocht dan lp’s, ook omdat in de autoradio’s nu ook een cassettespeler zat.

De Walkman van Sony
Koppen schoonmaken met een schoonmaakcassette

Een nadeel van die cassette was dat de plaat toch beter klonk. Tape verouderde ook sneller dan vinyl. Van sommige muziek uit de jaren zeventig is de plaat nu zelfs het enige origineel, want ook de originele studio-banden klinken inmiddels slechter. En voor DJ’s was vinyl vaak de enige bron: met de naald kon je meteen naar het juiste stuk, je kon een stukje markeren met stickers of met een krijtje. En je kon er dan mee mixen, mee beat-matchen en scratchen. Er ontstonden zo compleet nieuwe muziekgenres, zoals hip-hop en rap. Vinyl blijft zo altijd weer opnieuw hip.

Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig voltrokken zich nog twee andere enorme revoluties voor de luisteraar: Video-tape en Digitale CD’s. De CD was wederom een uitvinding van het Nederlandse Philips. In het videokamp woedde de strijd tussen VHS, Betamax en Video2000 (ook weer van Philips). Die werd uiteindelijk gewonnen door VHS. Er kwam een verbeterde Hifi-stereo-versie, en dat soort videotape bleek  perfect voor audio. Op een VHS-cassette van 10 gulden kon je iets van acht CD’s opnemen. De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs. Want CD’s waren duur: 45 gulden. De CD’s kon je gelukkig ook huren bij bibliotheken of CD-verhuurzaken. Ik had tegen die tijd kasten vol CD’s en VHS-cassettes. De Compact Cassette werd toen, net als vinyl daarvoor, ook weer bij het oud vuil gezet.

De eerste CD-spelers in 1983
De eerste betaalbare CD-speler in 1983 van Philips.
VHS tape
Hifi stereo VHS tape: 10 CD’s op 1 cassette.
CD’s zaten in een Jewel Case. Het gat was gebaseerd op het Nederlandse dubbeltje. De capaciteit was 74 minuten: zo lang is de Vijfde van Beethoven.

De CD was in 1985 overal ingeburgerd. Er kwamen draagbare players (Discmans) en CD kwam ook in autoradio’s. De volgende revolutie – maar dat was pas zo’n 10 jaar later – was de CD-R: de CD die je kon opnemen. Je had ook al wel digitale Minidisc en digitale tape (DCC, ook van Philips) waarmee je kon opnemen, maar dat werd geen succes. Omdat het digitaal is, was de kopie voor het eerst exact gelijk aan het origineel. En dan wil men als kopie ook graag exact hetzelfde ding: zo’n zelfde CD, in zo’n zelfde jewel case.

De platenmaatschappijen waren daar niet blij mee. Zij probeerden de thuiskopie op alle manier te dwarsbomen. Er kwam een heffing op lege CD’s, bijvoorbeeld.

Omdat een CD veel handiger in gebruik is dan die VHS-cassettes (mede door de opkomst van Discmans en de CD-autoradio) gingen we CD’s voortaan zelf dupliceren. Dat was een hoop gedoe, dat wel. Je had een computer nodig, en allerlei vage software en het duurde lang. Je moest lege schijfjes kopen, die soms slecht bleken. Je moest ook nog eens de hoesjes inscannen, printen, uitknippen en in elkaar frutselen. Ik stapte over op slimcase doosjes: je kon dan twee keer zoveel cd’s kwijt in dezelfde ruimte. Het bleef allemaal kostbaar en tijdrovend. Maar omdat de CD’s nog steeds stervensduur waren was het toch lonend. Het was de enige manier om ook aan veel nieuwe muziek te komen, zonder heel veel geld kwijt te zijn. Ik heb wel eens berekend dat ik aan muziek in die jaren iets van 50.000 euro heb uitgegeven, en dat is niet eens heel extreem, bereken het voor jezelf maar eens!

Een ander probleem lag in het ontdekken van nieuwe muziek. Je moest helemaal naar een grote stad, en dan kon je op een hoofdtelefoon een paar platen beluisteren. Wat een onhandig gedoe. En de radio draaide jouw muziek ook al niet meer. Er was een enorm gat voor de fanatieke luisteraar: hoe kon je in Godsnaam al die mooie nieuwe platen beluisteren? Ik huurde nog steeds van alles, en nam dat dan op, maar dat begon te duur en teveel gedoe te worden. Het moest na twee dagen al weer terug, ze hadden lang niet alles, je kon niet eerst even luisteren. Er kwamen luisterpaaltjes in winkels. Dat was ook geen goede oplossing.

Ik had er inmiddels een oplossing ontwikkeld, en ging daarmee naar Philips. Daar presenteerde ik mijn ReleaCD: met een goedkoop maandelijks abonnement kreeg je per post elke maand een interactieve CD vol met fragmenten en reviews van nieuwe albums. Je kon alles direct en eenvoudig bestellen, en je bestellingen werden snel per post geleverd. Geniaal, dacht ik. Dat je zeg maar de OOR leest, maar ook meteen alles even kan beluisteren en kon bestellen! Met korte fragmenten in 8-bit kon je de hele Top 40 aan nieuwe LP’s prima behandelen op één CD-tje.

Internet was er al wel, maar niet zoals we nu kennen. Je kon daar geen nieuwe muziek beluisteren. iTunes en Amazon bestonden nog niet. En daar, op het hoofdkantoor van Philips, in Eindhoven, kreeg ik op fluisterende toon te horen dat mijn idee erg leuk was, maar dat er binnenkort IETS HEEL BIJZONDERS kwam, dat een REVOLUTIE zou betekenen voor de muziek-business. Ze konden er verder niks over zeggen, want het was uiterst geheim, maar mijn leuke idee zou TOTAAL overbodig worden.

Daar was niks van gelogen. De MP3 kwam. Wat een revolutie! Tien keer compacter dan een CD, met dezelfde kwaliteit. Vanaf 1999 ontstond er zo ook plotsklaps een enorme illegale markt. Elke computer nerd kon elke CD rippen en gratis verspreiden. Je had alleen internet nodig, en je kon dan alle muziek vinden, downloaden en op CD branden. Via Napster, LimeWire, Gnutella, Kazaa, eDonkey of andere peer-to-peer systemen, of via nieuwsgroepen en torrents. De prijs van CD-R daalde enorm, en de DVD-R kwam ook al op. Op 1 DVD kon je op deze manier wel 25 CD’s branden. Je had alleen een DVD-speler nodig die MP3 ondersteunde, en op den duur werd zo’n speler ook goedkoop: €50. Ik had op die manier kastenvol met zelfgebrande DVD’s vol MP3’s. Nu konden al die VHS-cassettes en CD’s weer bij het grofvuil.

De eerste illegale downloads, met Napster
En daarna had iedereen Limewire en zo
Op een DVD-R kon je wel 25 CD’s branden, in MP3-formaat.

Eindelijk kon je aan alle muziek komen. En het was nog eens gratis ook! Dat hoefde nou ook weer niet, we wilden er graag voor betalen. Maar dat kon gewoonweg niet! De platenmaatschappijen probeerden alles te verbieden, maar hebben nooit naar een  goede betaal-oplossing gezocht.

De eerste MP3-spelers: daar konden maar twintig liedjes op

Er kwam weer een golf van nostalgisch vinyl op, want dat klonk bij nader inzien toch beter dan die eerste 128k MP3-tjes. Ik deed daar ook weer aan mee, tot ik ontdekte dat er op nieuwe persingen soms gewoon ook MP3-tjes stonden!

De platenmaatschappijen wilden alle vernieuwing krampachtig tegengaan. Ze probeerden kopieerders op te pakken en te beboeten. Gelukkig stond er een geniale visionair op: Steve Jobs van Apple. Hij lanceerde iTunes en de revolutionaire iPod. Er waren al wel MP3-spelers, zo rond 2002, maar daar pasten maar twee CD’s op. Op een Apple iPod kon je wel honderd CD’s zetten: “A thousand songs in your pocket!” was de geniale reclamekreet die de wereld veranderde.

De iPod kwam in 2001 maar werd in 2004 pas echt populair. En hoe!

Steve Jobs kreeg het eigenhandig voor elkaar dat ALLE platenmaatschappijen mee gingen doen. Binnen een paar jaar maakten die meer winst dan ooit, via de verkoop van digitale liedjes, via iTunes van Apple. De prijs was ook geniaal: een dollar per liedje. Dat heeft iedereen er wel voor over!

Steve Jobs kreeg het ook voor elkaar dat je alle muziek mocht voor-beluisteren. Van elke track kon je een fragment van 30 seconden beluisteren (later werd dat 1 minuut). En – nog ongelofelijker – het lukte hem zelfs om de kopieerbeveiliging (de DRM) eraf te halen, met zijn legendarische ingezonden brief. De wereld was voorgoed veranderd. Door die ene brief.

Het werd een enorm succes. Iedereen had iTunes, zelfs op Windows. En iedereen had een iPod. Even later had iedereen een iPhone: dat was een soort iPod met wifi en met een ingebouwde telefoon. De verkoop van muziek ging wereldwijd als een speer.

Zo rond 2010 had ik dus opeens een iTunes-bibliotheek met daarin wel 70.000 (door mij betaalde) tracks. Ik had ook mijn eigen CD’s gedigitaliseerd, en ook veel tracks gekocht. Het werd te groot om op de computer te zetten. Het moest dus op externe schijven, het liefst netwerk-schijven. Dat werd traag en onhandig. En je moest er ook back-ups van maken, want na twee keer te hebben meegemaakt dat de schijven met al je muziek gecrasht waren, wilde je dat nooit meer. Een NAS of een Media-server was de volgende stap.

Maar gelukkig kwam er rond diezelfde tijd, zo vanaf 2007, ook een ideale nieuwe oplossing: de streaming dienst, zoals Spotify.

Einde van het verhaal!

Streaming is wat mij betreft het eindstation. Je kan alle muziek altijd en overal beluisteren, je kan lijstjes maken en delen, je krijgt persoonlijke aanbevelingen via slimme AI, het werkt op al je apparaten, je hoeft geen back-ups meer te maken. Je wil er ook graag voor betalen: een tientje per maand is prima. Door de concurrentie met Apple Music en andere streaming-diensten kwam er ook Spotify Family: 6 personen voor 15,- per maand. Zo goedkoop is muziek nog nooit geweest. In 2016 waren er al 100 miljoen betalende gebruikers. Er kwam toen dus al 1 miljard euro per maand binnen bij de streaming-diensten!

Gratis kon ook: bijvoorbeeld via Youtube. En ook Spotify ook gratis. Gewoon met reclame!

Inkomsten voor artiesten zijn naar rato: hoe meer het afgespeeld wordt, hoe meer inkomsten. Dat is ook eerlijker, want vroeger verdiende een artiest niks extra als zijn plaat grijs werd gedraaid (letterlijk: zwart vinyl werd grijs). Kleine artiesten verdienen met streaming maar heel weinig, maar die hebben de streaming-diensten juist nodig, als reclame voor optredens.

Iedereen blij! Zou dit dan over duizend jaar allemaal nog steeds zo zijn? Of krijgen we weer iets totaal nieuws?

Op den duur krijg je een ontvanger in je lichaam, aangesloten op je oren. Via AI krijg je dan elk moment de best passende muziek, exact op jouw behoefte van dat moment, geheel op jouw smaak aangepast. Je hoeft alleen nog maar “Stop” of “Next” te zeggen. Of “harder” of “zachter”. Of “ANC aan of uit”. Maar dat scheelt allemaal maar heel weinig met zoals het nu al is…

1 Reactie

– Met de nieuwste bovenaan, behalve bij reacties op reacties –

  1. Mooie samenvatting.
    Kanttekening: Spotify is het eindstation? Lijkt me iets te hoog gegrepen. Ik denk eerder een extraatje. Je bezit nl. niets, stop je met betalen ben je alles kwijt: playlists en downloads, stopt een uitgever of een artiest met toestemming geven voor streamen stopt het ook.
    Groetjes

Geef een reactie